De Snelle Loop en Esperloop

 

  

 

 

 

                                                          
                              Foto's van de Snelle Loop, genomen vanaf de toren. Op de rechter foto zie je ook het afgesplitste deel, links van de bomenrij

In het gebied rond de toren lopen twee beeklopen, de Snelle Loop en de Esperloop. Deze beekjes lopen ook vlak langs het veel
Grotere natuurgebied de Stippelberg, dat grenst aan de Grootelse Heide. Bij de toren is de Snelle Loop het opvallendst,
De Esperloop stroomt verderop in het zuiden, door de bossen en lage begroeiing.
Oorspronkelijk werd de Snelle Loop gevormd uit drie waterlopen :
De noordelijke loop door de Milschotse heide, de zuidelijke loop, wat nu de Esperloop is en de middelste loop, die ontstond in het Witven,
In de buurt van Hoogen Aarle in De Mortel. Deze drie taken kwamen bij Grotel bij elkaar.
De middentak staat nu bekend als de Snelle Loop, en is in het begin van de 19e eeuw verlengd tot aan het Peelkanaal,
waar nu de Snelle Loop zijn oorsprong vindt.
In de middeleeuwen is de benedenloop van de Snelle Loop deels gekanaliseerd. Het was daardoor tevens een natuurlijke grens tussen
Gemert en de naburige dorpen.
Er waren in die tijd diverse geschillen over de Snelle loop, onder ander over het onderhoud en het recht op het hoeden van vee op de oevers.
De koeien liepen door de ondiepe beek naar de overzijde. Dit leidde toen zelfs tot het graven van een tweede loop, parallel aan de
Snelle Loop met daartussen een houtwal. Deze tweede beek werd dan ook Walgraaf genoemd. Er zijn verklaringen dat die al in
de 15e eeuw is aangelegd
De aanleg was om te voorkomen dat “Gemerts” vee zou grazen van het gras van Aarle-Rixtel en Beek en Donk.
In 1947 zijn beide lopen samengevoegd, en werd een groot gedeelte gekanaliseerd (mede door ruilverkavelingen).
Enige jaren geleden heeft men een gedeelte van de lopen weer laten meanderen. Tijdens de werkzaamheden om de Snelle Loop weer
te laten meanderen, is een gedeelte van de Walgraaf opnieuw uitgegraven.
De aanleg van deze dubbele loop heeft echter ook andere voordelen. Het totale wateroppervlak wordt ermee verhoogd,
waardoor ook de berging van meer water mogelijk is. In de parallelle loop werden ook zgn. vistrappen aangelegd.
Rond de Snelle Loop en de Esperloop vinden we een grote diversiteit van flora en fauna.
De Snelle Loop ontspringt bij het waterinlaatpunt van het Peelkanaal, die van oorsprong van de Maas komt,
ten oosten van het natuurgebied De Stippelberg. De inlaat is een stuw, die er uit ziet als overloop. 

 

                                                                


Het inlaatpunt bevindt zich op defensie terrein.
Het stroomgebeid loopt ten zuiden van De Stippelberg, vormt deels de grens tussen Gemert en Laarbeek,
gaat ter hoogte van de Beeksedijk over in de Kleine Walgraaf en mondt uit in de AA, ter hoogte van Hulst.
Even hiervoor stroomt ook het riviertje De Rips in de Kleine Walgraaf. In het hele stroomgebied worden
de beken ook gevoed door sloten uit de omgeving.
Al vrij snel in de bovenloop splits de Snelle loop zich, om ter hoogte van Klef, weer in één beek over te gaan.
Ongeveer 700 meter verder, ten noordoosten van Milheeze, aan de Steenoven, splits de Snelle Loop zich weer en wordt
de zuidelijke stroom Esperloop genoemd. Deze afsplitsing is moeilijk te zien, omdat de Snelle Loop hier via een duiker
onder de weg doorgaat, en de Esperloop begint in een smalle duiker, met veel bermbegroeiing. (een duiker is een
onderdoorgang voor water, onder bijv een weg, meestal gevormd door een betonnen buis). 

 

                                                             


De Esperloop is vaak smaller dan de Snelle Loop en meandert veel meer.
Ter hoogte van de duiker aan de Neerstraat is onlangs een nieuwe stuw geplaatst en is ook duidelijk te zien dat het water
daar erg ijzerhoudend is (roestbruine kleur). Deze stuw is geplaatst om het wijstwater langer vast te houden.
Ten noorden van Bakel loopt de Peellandbreuk, waardoor er een vrij groot verval is.
Door deze breuk zijn er in het gebied zogenaamde “wijstverschijnselen”.
Dit houdt in dat door de slecht waterdoorlatende laag in de breuken, grondwater omhoog kwelt. Je kunt dan ook natte,
hoge gedeeltes zien tussen droge lagere delen. Het wijstwater is sterk ijzerhoudend, waardoor de Esperloop in de benedenloop
een roestbruine kleur heeft. Hierdoor slaat veel fosfaat neer op de bodem, waardoor de kwaliteit van het water goed tot zeer goed is. 

 

                                                            


Om het waterpeil te kunnen regelen zijn in beide beken stuwen geplaatst, maar in het meanderende deel op Grotelse Heide zijn deze
enkele jaren geleden vervangen door vistrappen. Dit zijn kleine dammetjes, die gevormd zijn door grote stenen, dwars door de beken.
Aan de achterzijde van de toren aan de Hemelsbleekweg, splits de Snelle loop zich, waar je een idee krijgt hoe het er vroeger uitzag
met de Walgraaf. Ter hoogte van Tereyken is de Walgraaf ook hersteld.

 

  

 

                                                         


Verderop stroomafwaarts wordt de linkerstroom nog een keer gesplitst, maar slechts over ca.50 meter.
Meteen nadat deze laatste afsplitsing weer in de linkerstroom komt is een stuw geplaats. Het verval is hier ongeveer een halve meter.
Dat we dit niet zien in de rechterstroom (stroomafwaarts gezien) komt omdat daar meer dammetjes liggen, die gezamenlijk dat verval opvangen.
Hierna komen de twee stromen van de Snelle Loop,weer bij elkaar en komt ook de Esperloop uit in de Snelle Loop.
Dit laatste is moeilijk te zien, omdat dit hier ook gebeurt middels een duiker, waar ’s zomers veel bermbegroeiing voorhangt.
Hierna gaat de Snelle Loop onder Grotel door, richting Zuidwesten. 

 

                                                    



Alle foto’s (meer dan hier geplaatst en in groter formaat) zijn te zien bij Foto’s / 2007 / Snelle Loop


Naar Boven